Versnellings- of verlammingsopgave?

In 2022 werden ruim 74 duizend nieuwbouwwoningen opgeleverd in Nederland. Met dank aan de voorafgaande hoogconjunctuur een relatief hoog aantal. Helaas lang niet genoeg om de gewenste 100.000 woningen te halen. In de tweede helft van 2022 sloeg de markt om. Er lijkt hierdoor sprake van contracteringsangst in de markt van gebiedsontwikkeling. Zo dreigt na de crisis van 2008-2013 een nieuwe verlamming. Maar het zijn niet alleen maar de economische omstandigheden die het lastig maken om te versnellen.

Professionele vastgoedpartijen, overheden en beleidsmakers spreken al sinds lange tijd over een versnellingsopgave, maar in werkelijkheid lijkt er sprake te zijn van een verlammingsopgave. In de praktijk is sprake van gebrek aan capaciteit om (gebieds)ontwikkelingen van de grond te krijgen met als gevolg dat de kwaliteit achteruit gaat door beperkte kennis en ervaring bij gemeentes en ontwikkelaars. Ook is er sprake van een inefficiënte samenwerking tussen verschillende disciplines en opeenstapelingen van eisen lijkt het nieuwe normaal te worden. Dat terwijl kritische besluiten of  zogenaamde ‘hete aardappels’ doorgeschoven worden. De samenwerking is onvoldoende met verspilling tot gevolg.

Verspilling wordt tastbaar bij de noodzakelijke reparaties in latere fases. Hierdoor gaan jaren, tijd en geld verloren. Tijd en geld die beter besteed kunnen worden aan plankwaliteit of betaalbaarheid. Of aan andere plannen waardoor de noodzakelijke versnelling wél tot stand komt. De huidige ontwikkelingen in de markt met betrekking tot gestegen rentes en hoge bouwkosten zorgen voor een negatieve impact op business cases. Het vertrouwen in ontwikkelopgaven dreigt hierdoor een nieuw dieptepunt te bereiken. Kortom, als we niets doen kan het draaiboek van de financiële crisis uit 2008 weer uit de kast komen. De versnellingsopgave blijkt dan toch niet zo sterk te demarreren. Er is sprake van een verlammingsopgave waardoor ontwikkelvraagstukken niet (goed) van de grond komen. Dat kunnen we niet laten gebeuren.

De traditionele aanpak van (gebieds)ontwikkelingen om alle disciplines achter elkaar te laten ontwerpen, rekenen en toetsen (and repeat..) en daar de tijd voor te nemen, werkt niet meer. De ervaring van de afgelopen 3 decennia biedt genoeg inzicht om te achterhalen wat succesvol kan zijn. Het vraagt andere competenties om zogenaamde ‘hete aardappels’ juist naar voren te halen en meteen te managen. Wellicht spannend, maar hier kan ondersteuning voor ingezet worden.

Ondersteuning kunnen we vinden in naast onze uitgebreide ervaring in gebiedsontwikkelingen in combinatie met datagestuurd werken. Deze combi biedt een grote kans om de ‘hete aardappels’ in projecten tegelijkertijd en gezamenlijk te challengen. Daarnaast creëert deze werkwijze overzicht om te werken naar de beste scenario’s. In gezamenlijke sessies van markt en overheid, in plaats van serieel en niet gezamenlijk te ontwerpen/rekenen/toetsen. Op deze manier verkorten we het ontwikkelproces aanzienlijk, maken we robuustere business cases en ontstaat vertrouwen om doordachte besluiten te nemen over ontwikkelopgaven. We overzien samen de risico’s en beheersmaatregelen. Zowel voor gemeenten als marktpartijen.

In de praktijk betekent dit dat we haalbare ambities gaan creëren en het afwegingskader helder maken. Door het opzetten van integrale projecttafels om alle aspecten tegelijkertijd te doorlopen, kan een ieder de impact van ‘zijn’ onderdeel op de rest zien. Dit helpt om het juiste gesprek te voeren met elkaar, duidelijke verwachtingen te creëren en het minimaliseren van risico’s. Aan de voorkant zorgen we voor minimale risico's door gebruik te maken van onze ervaring en tooling. Met behulp van onze Tender Test toetsen wij de haalbaarheid van (gebieds)ontwikkelingen toetsen op haalbaarheid, risico’s en marktpotentie. Wij beoordelen alle aspecten die in een ontwikkeling worden meegenomen.

Bent u benieuwd naar onze nieuwe werkwijze, neem dan contact op met onze collega’s Henk Berends en Ruben Hümmels.